Hoe kan ik omgaan met de verschillen tussen mijn kinderen?

interessante websites opvoeding27-01-2014 | 1298 x bekeken

Beste Marit,

Mijn zonen zijn zo verschillend. Dat merk ik in allerlei dingen. Ze schelen twee jaar. De jongste ( van zes) vliegt de oudste vaak in de haren. Bijvoorbeeld om eenzelfde spel. Heel vervelend vind ik dat. Hoe kan ik hem een voorbeeld laten nemen aan zijn broer?

Bedankt, Jos.

 

Beste Jos,

Clichés zijn niet voor niets clichés: We zijn, gelukkig, allemaal uniek. Verschillen in karakter staat geen verbondenheid in de weg. Tussen broers en zussen is altijd wel een vorm van competitie.

Jouw zonen schelen twee jaar. Aan de ene kant zo weinig dat ze veel dezelfde spelinteresse zullen hebben, aan de andere kant zoveel dat de jongste zich soms gefrustreerd kan voelen als hij graag iets wil, wat de oudste al kan.

Competitie

In jouw vraag lees ik dat je, misschien onbewust, je kinderen vergelijkt en zou willen dat je jongste zich meer als de oudste gaat gedragen. Voor veel ouders zal het herkenbaar zijn, want opmerkingen als:“Kijk eens naar je broer, die gedraagt zich tenminste”,  zijn snel gemaakt in de hitte van de strijd in een gezin. Toch voeden we daarmee de competitie en nog belangrijker het gevoel er niet te mogen zijn zoals je bent. Dit geeft een gevoel van afwijzing (mama vindt hem liever/beter, ik kan dat niet…etc.)

Opgroeien in een coöperatieve omgeving leert ons later juist beter om te gaan met het leveren van prestaties. Als ouders kunnen we kinderen helpen om negatieve competitieve gevoelens niet verder te ontwikkelen en te zorgen voor een coöperatieve sfeer thuis. Zelfvertrouwen is daarin nummer een. Vanuit respect voor jezelf kun je anderen met respect behandelen.

Feiten beschrijven

Basaal is daarin om te weten dat je goed bent zoals je bent. Onvoorwaardelijk. Veel complimenteren dus onafhankelijk van prestaties. Gedraagt je kind zich ongewenst, vertel dit dan gericht, zonder ook iets te vertellen over het gedrag van het andere kind. Zo haal je de vergelijking weg en maak je het gedrag en gevoelens bespreekbaar. Kijk ook samen met je kind waar de frustratie vandaan komt en wat een alternatieve gewenste manier is om je te uiten. 

Bij ongewenst gedag gaat het er altijd om de feitelijke situatie te beschrijven, waarna het gevoel/ behoefte van beiden (“Stop!  Ik zie dat je sloeg, je bent boos he. We slaan niet, kijk, dat doet je broer pijn.”) En daarna benoem je het gewenste gedrag. (“ vertel maar dat je boos bent omdat je lang op je beurt moest wachten en vraag of jij nu kunt”)

Zo wordt het verschil niet gevoed maar wel het coöperatieve gedrag, dat zal vast voelbaar worden in de omgang tussen de broers!

Alle goeds,

 

Marit Langedijk- van der Pruik

 http://maritdepedagoog.wordpress.com/author/maritdepedagoog/

Reageren